Fysieke inactiviteit is mogelijk het grootste gezondheidsrisico in de 21ste eeuw (1). De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) stelt dat er per week 150 minuten gematigde intensieve inspanning nodig is om je gezondheid in stand te houden of te bevorderen. Maar wat is gematigde intensieve inspanning? De intensiteit van inspanning kwantificeren we door inspanning uit te drukken in MET (Metabolic Equivalent of Task). Dit is een maat voor het zuurstofgebruik tijdens het uitvoeren van de betreffende activiteit, hetgeen weer een maat is voor de benodigde energie voor die activiteit.
Er is overvloedig bewijs voor de positieve effecten van fysieke activiteit op de gezondheid en de afname van de kans op hartvaatziekten. Het lijkt dan een logische redenering dat als bewegen goed is voor het hart, dat veel bewegen automatisch beter is. Inmiddels is er groeiend bewijs dat veel sporten ook kan leiden tot schade aan het hart (1).
Sport en bewegen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een langer leven. Bijzonder is dat sportieve activiteiten het leven verlengen met gezonde jaren.
In 2014 waren kanker en hartvaatziekten de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland. Er stierven ruim 139 duizend mensen. Bijna een derde (43 duizend mensen) overleed aan kanker en de hartvaatziekten (o.a. hartinfarct en hersenbloeding) nemen ruim een kwart (38 duizend) van het totaal aantal overledenen voor hun rekening.
Anno 2013 behoren ongeveer 5,1 miljoen Nederlanders tot de doelgroep 55+. Dit aantal zal de komende jaren nog stijgen. Een groot deel (ruim 4,7 miljoen) van de ouderen woont zelfstandig in de wijk (deels in ouderenwoningen). Hiervan heeft ruim een kwart geen aandoeningen (1).
Het is bekend dat fysieke activiteit een efficiënte strategie is om gezond ouder te worden. Sportief bewegen zou daarom een vast onderdeel van onze leefstijl moeten zijn (2). Toch blijkt dat niet altijd zo te zijn.